Statuten

STATUTEN STICHTING CENTRUM ’T VEN


NAAM EN ZETEL

Artikel 1

  1. De stichting is genaamd: Stichting Centrum ‘t Ven.
  2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Venlo.


DOEL

Artikel 2

  1. De stichting heeft tot doel:
    1. het in stand houden en beheren van het centrum, met als hoofdzetel het klooster gelegen aan de Schoolweg 148 te 5916 PL te Venlo, en alle door de stichting in gebruik zijnde en beheerde gebouwen, terreinen, natuurgebieden en faciliteiten in buurtschap ’t Ven bij Venlo, deze op een maatschappelijk verantwoorde wijze te gebruiken en het oorspronkelijke karakter hiervan in stand te houden dan wel te verbeteren;
    2. een multidisciplinair ontmoetings- en ontwikkelingscentrum te bieden voor mensen en organisaties en te functioneren als een huis van verbinding;
    3. het dienend faciliteren van activiteiten ten behoeve van duurzame groei en welbevinden van mens, organisatie, natuur en omgeving;
    4. de gebouwen, terreinen, natuurgebieden en faciliteiten en hun welzijnsfunctie voor de toekomst te borgen zodat het monumentaal cultureel erfgoed behouden blijft voor toekomstige generaties;
    5. zorg te dragen dat de kettingbedingen zoals vastgelegd in de akte van levering de dato achttien januari tweeduizend dertien worden geëerbiedigd;
    6. de volgende kernwaarden voor het centrum te respecteren: verbinding, authenticiteit, groei, liefde, gastvrijheid, rust, ontspanning en openheid;
    7. het bevorderen van de cohesie in buurtschap ’t Ven te Venlo en het ondersteunen en aanbieden van zorgtrajecten ter bevordering van het welzijn van mensen.
  2. Dit doel wordt bereikt door:
    1. het faciliteren van organisaties, personen en activiteiten tegen financiële vergoeding dan wel vergoeding in natura;
    2. ruimte te bieden aan personen of organisaties die zich door middel van hun visie (kernwaarden, talenten en competenties, missie en uitdagende doelen) verbinden met de geformuleerde doelen;
    3. bij gebruik van de faciliteiten te bewaken dat er een evenwichtige verdeling is tussen diverse disciplines en werkvelden;
    4. het gebouw open te stellen voor klassieke en moderne wijsheidstradities (inclusief hun rituelen, gebruiken en uitingsvormen) met als doel van elkaar te leren zonder dit te willen opleggen aan de ander, zodat er ruimte is voor ieders eigen pad en keuzes;
    5. het gebouw niet ter beschikking te stellen voor politieke activiteiten van welke aard of omvang dan ook;
    6. bij de inrichting van het gebouw zorg te dragen dat in de kern de sfeer en traditie van een oud monumentaal klooster wordt gehandhaafd;
    7. een bijdrage te leveren aan een groene en gezonde leefomgeving door middel van biologische voeding, duurzame groene energie, respect voor de natuur, recycling, hergebruik en duurzame inzet van middelen.
  3. De beschikbare middelen worden primair aangewend voor:
    1. het gebruik, beheer, behoud, verbetering en de functie van het kloostergebouw en alle overige aan het centrum gerelateerde gebouwen, terreinen, natuurgebieden en faciliteiten inclusief het opbouwen van reserves zodanig dat borging van stichting centrum ‘t Ven en haar doelstellingen plaatsvindt op basis van een plan voor de toekomst.
    2. Eventuele overschotten zullen worden aangewend voor de eerder genoemde reserveopbouw en mogen alleen worden aangewend middels maatschappelijk verantwoord vermogensbeheer dat in lijn is met de doelstellingen van de stichting.
    3. Indien er sprake is van een reserveoverschot kan de stichting besluiten om hiermee een goed doel te ondersteunen passend bij de doelstellingen van de stichting.
    4. Er mogen geen uitkeringen gedaan worden aan oprichters of aan hen die deel uitmaken van haar organen, noch ook aan anderen.


BESTUUR

Artikel 3

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie bestuursleden en maximaal zeven bestuursleden.
  2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld.
  3. Bestuursleden worden benoemd voor onbepaalde tijd.
  4. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s).
  5. Bij benoemingen wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van bestuursleden waarbij de volgende disciplines bij voorkeur vertegenwoordigd zijn: generalist, financiële zaken, natuur en omgeving, kunst en literatuur, gezondheid en zorg, opleiding en ontwikkeling, mentaal specialist, gezin en opvoeding, filosofie en spirituele/wijsheidstradities.
  6. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het overblijvende bestuurslid, een wettig samengesteld bestuur.
  7. Het bestuur kan deskundigen raadplegen om geadviseerd te worden ten aanzien van de realisatie van de beschreven doelstellingen.
  8. De bestuursleden genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.


BESTUURSVERGADERINGEN

Artikel 4

  1. De bestuursvergaderingen worden gehouden ter plaatse in Nederland als bij de oproeping bepaald.
  2. a. Ieder kalenderkwartaal wordt ten minste één vergadering gehouden. b. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten.
  3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer één van de bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten de oproeping doet.
  4. De oproeping tot de vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven. De bestuurder die voor dit doel een adres aan de stichting bekend heeft gemaakt, kan tot de vergadering van het bestuur worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
  5. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
  7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid voorzien de aanwezigen zelf in de leiding van de vergadering.
  8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter van de vergadering daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
  9. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.


BESTUURSBESLUITEN

Artikel 5

    1. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een ander bestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één ander bestuurslid als gevolmachtigde optreden.
    2. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
    3. Investeringsbesluiten dienen te worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat, waarbij het de voorkeur heeft dat dergelijke besluiten worden genomen met algemene stemmen.
  1. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, al dan niet per enig telecommunicatiemiddel, hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede- ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. Onder een schriftelijke verklaring wordt tevens begrepen een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.
  2. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
  3. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij één bestuurslid vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
  4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  5. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering.


BESTUURSBEVOEGDHEID

Artikel 6

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen zolang dit niet in strijd is met de doelstelling van de stichting. Een dergelijk besluit mag echter enkel worden genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.
  3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.


VERTEGENWOORDIGING

Artikel 7

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders, van wie ten minste één de voorzitter, de secretaris of de penningmeester moet zijn.
  3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
  4. Tegen een handelen in strijd met het bepaalde in artikel 6 leden 2 en 3 kan tegen derden een beroep worden gedaan.


EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP 

Artikel 8

Het bestuurslidmaatschap van een bestuurslid eindigt:

  1. door zijn overlijden;
  2. door zijn faillissement, door het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of doordat hij surseance van betaling verkrijgt;
  3. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele vermogen;
  4. door schriftelijke ontslagneming (bedanken);
  5. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuursleden;
  6. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.

 

BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN
Artikel 9

  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen.
  4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.


REGLEMENT

Artikel 10

  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
  2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
  4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.


STATUTENWIJZIGING
Artikel 11

  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat. De intentie bij een besluit tot statutenwijziging is dit met algemene stemmen aan te nemen.
  2. Wordt in de bijeengeroepen vergadering het vereiste quorum niet gehaald, dan kan in een binnen een maand, doch niet eerder dan twee weken, na de eerste vergadering, bijeengeroepen vergadering een besluit tot statutenwijziging worden genomen. Er dient dan minimaal twee/derde van het aantal bestuursleden aanwezig te zijn. Het besluit dient genomen te worden met algemene stemmen, ongeacht het aantal alsdan aanwezige bestuursleden.
  3. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. De voorzitter of secretaris is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden.


ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 12

  1. Het bestuur kan enkel de stichting ontbinden in geval van faillissement of indien het kloostergebouw en andere aan het centrum verbonden gebouwen, terreinen, natuurgebieden en faciliteiten er niet meer zouden zijn.
  2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. Bij de ontbinding van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur.
  4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
  5. Een overschot na vereffening wordt uitgekeerd zoals door de vereffenaars te bepalen en zoveel mogelijk in overeenkomst met het doel van de stichting.
  6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn berusten onder de door de vereffenaars aan te wijzen persoon.


SLOTBEPALINGEN

Artikel 13
In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.

OVERGANGSBEPALING
Artikel 14
In afwijking van het bepaalde in artikel 3 lid 1 bestaat het bestuur tot een door het bestuur te bepalen tijdstip uit twee bestuurders.
Het bestuur is verplicht binnen een jaar te voorzien in een bestuur overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 lid 1.

Ga naar de inhoud